Kindertherapie


Integratieve Kindertherapie is speciaal ontwikkeld voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. De therapie is kortdurend en heeft een oplossingsgericht karakter. Aangepast aan de leeftijd is de therapie er ook voor jongeren tot 18 jaar.

Ieder kind kan vertellen of laten zien waar hij last van heeft. Het probleem, zoals hij dit verwoordt, staat in de therapie centraal. Meestal komt dit overeen met de hulpvraag van de ouder(s). Hieraan wordt direct het te bereiken doel gekoppeld. Kinderen weten vaak goed te omschrijven hoe zij willen dat het anders wordt. De therapeut sluit steeds zodanig aan bij het kind dat ze samen helder krijgen hoe het probleem er precies uit ziet. Tegelijkertijd wordt de innerlijke kracht van het kind benadrukt of gaan we er naar op zoek. Zodoende voelt hij zich steeds sterker en kan hij gebruik maken van zijn eigen wijsheid. Uitgangspunt van de therapie is dat het kind uiteindelijk zelf, bewust of onbewust, weet wat het nodig heeft om het probleem tot een oplossing te brengen.

Kinderen vinden therapie vaak fijn, omdat ze ruimte en erkenning krijgen voor alles wat op dat moment belangrijk voor ze is. Ze kunnen hier op geheel eigen wijze mee bezig zijn. Het ene kind wil graag in gesprek gaan, het andere kind wil liever tekenen of spelen. De speciale therapeutische manier van werken wordt hierbij toegepast.

Als therapeut ben ik steeds weer benieuwd naar hoe dit kind zich voelt, hoe hij denkt, wat hij doet en hoe hij daartoe komt. Zodoende leer ik het kind steeds beter begrijpen en kan hij zichzelf weer hervinden. De basisgevoelens blij, boos, bang en verdrietig staan centraal in de behandeling. We gaan op zoek naar hoe deze gevoelens samen gaan met de gedachten en het gedrag. De integratieve benadering betekent dat er vanuit verschillende invalshoeken naar het kind gekeken wordt en niet vanuit een specifieke methode. Niet het behandelmodel maar het unieke kind staat centraal! Niet elk probleem vraagt om dezelfde aanpak of heeft aan één behandelmethode genoeg. Binnen de integratieve therapie wordt het probleem vanuit zes invalshoeken verklaard en behandeld.

  • Psycho-dynamisch model; gericht op onbewuste conflicten of onverwerkte gebeurtenissen. In de therapie kan het kind nare ervaring uit het verleden verwerken en helen vanuit eigen kracht.
  • Systeemtherapeutisch model; gericht op communicatie binnen het systeem (gezin, school, vriendenkring). Het kind kan mogelijk met zijn gedrag zijn omgeving iets proberen te vertellen. De ouders kunnen die boodschap leren verstaan. Werken met Familieopstellingen is hier een onderdeel van.
  • Spiritueel model; gericht op het helpen zoeken naar zingeving en vorming van identiteit; wie ben je en wat wil je? In de therapie kan het kind zijn sterke kanten, kwaliteiten, ontdekken op een speelse manier.
  • Stress model; Draagkracht/draaglast verhouding. In de therapie kan gewerkt worden aan draagkracht vergroten, maar ook aan draaglast verkleinen.
  • Gedragstherapeutisch model; Aan- en afleren van gedrag. In de therapie kunnen sociale vaardigheden worden aangeleerd.
  • Medisch model; nagaan waar de lichamelijke klachten voor staan. Een medische oorzaak moet uitgesloten zijn. Psychische klachten kunnen heel duidelijk in het lichaam worden gevoeld; dan is het samenbrengen van lichaam en geest van belang.


De bovenstaande therapiemodellen hebben elk hun beperkingen en overlappen elkaar gedeeltelijk. Daarom worden die interventies en technieken uit de verschillende modellen gekozen, die in het belang zijn van het betreffende kind. Het kind zelf blijft echter altijd centraal staan. Dit betekent dat de therapie nooit afhankelijk wordt van een bepaalde methodiek of visie van de therapeut.


Ouderbegeleiding
De therapie voor het kind gaat samen met de begeleiding aan ouders. Deze is gericht op opvoedingsvragen en de omgang met het kind. In deze oudergesprekken staat vaak het inzicht in het denken, voelen en doen van het kind en van hen zelf voorop. Hierdoor kan het contact en de communicatie met het kind soepeler gaan verlopen. Ook kan het voorkomen dat je vanuit de gesprekken en het proces van het kind zélf met vragen komt te zitten, geconfronteerd wordt met jezelf of emoties tegenkomt, waar je dieper op in wilt gaan. Dan kan er voor individuele gesprekken gekozen worden. Daarbij kan gewerkt worden met Familieopstellingen.